Het leven is gemakkelijk snel en gehaast. Werken, forenzen, etentjes. ‘Nog even snel…’ Hier in Nederland dat alles ook nog eens stipt op tijd. Vind je het gek dat we niet anders kunnen dan rennen?
Mijn dagschema zag er – voordat ik door mijn lichaam tot stilstand gedwongen werd – zo hectisch en vol uit – dat een vertraging van een kwartier met de trein het hele schema in de war gooide. Ik zag het als normaal om een planning te hebben die tot op het kwartier vol gepland te hebben. Van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Niet heel gezond als ik er op terug kijk. Ik was dat gewend te doen. Ik dacht dat zo’n schema me hielp om te bereiken wat ik zocht.
Een dergelijke levensplanning is me met de paplepel ingegoten. De weekenden waren gevuld met sporten, museabezoek en familieverjaardagen. Iets wat voor mijn normaal was. Mijn juf in groep 7 had daar toch andere gedachten over. Zij was er van overtuigd dat het dagboekje dat ik op maandagochtend vol moest schrijven met wat ik het weekend gedaan had, verzonnen was. ‘Zoveel kun je toch niet doen!’
Het blijven doen. Het gevoel dat ieder moment nuttig moet zijn. Herken jij het?
Tijdens een vakantie in Griekenland viel het me op dat al die Nederlanders toch echt elke dag weer ‘een ander baaitje’ willen bezoeken. Een dag relaxen in de zon is toch echt niet nuttig genoeg. Zelfs niet op vakantie! Zelfs niet bij 45 graden!
Ik heb tijdens meditatieretraites in India en een week in Plum Village (het boeddhistische klooster van Thich Nath Hanh in Zuid-Frankrijk) ervaren wat de waarde van wandelmeditatie is. Zo iets simpels als een stap zetten, kan je hele lichaam en geest tot rust brengen. Ook voor de meeste westerse lijven een stuk prettiger (lees: minder pijnlijk) dan een uur in ‘halve lotus’ zitten.
Een wandelmeditatie is niet moeilijk. Het vraagt enkel om jezelf open te stellen voor aandacht. Bewust ademen. Met aandacht iedere stap zetten.
Thich Nath Hanh heeft een prachtige passage geschreven over onze neiging om te rennen, die ik hier graag deel:
‘We hebben allemaal de neiging om te rennen. De overtuiging heerst dat geluk niet mogelijk is in het hier en nu, daarom hebben we de neiging om naar de toekomst te rennen, op zoek naar geluk. Die gewoonte-energie kan op ons zijn overgebracht door onze vader, onze moeder, onze voor ouders. Rennen is een gewoonte geworden. Zelfs in onze dromen blijven we rennen en op zoek naar iets. De beoefening van mindfulness helpt ons om te stoppen met rennen en te zien dat alles waar je naar op zoek was, al kant en klaar aanwezig is. Velen van ons hebben hun hele leven gerend. Een aandachtige stap kan helpen om daarmee te stoppen. Als de geest is geconcentreerd op ademen en lopen, verenigen we ons lichaam, ons spreken en onze geest en zijn we al thuis. Er is geen reden om te rennen. We hoeven nergens heen, we hoeven niets te doen. ‘
– uit: Lopen, Thich Nath Hanh –
Herken je jezelf in het rennen door de dag, en misschien wel door je eigen leven? Wil je tot rust komen en wandelmeditatie doen? In het genoemde boek Lopen van Thich Nath Hanh vind je veel inspiratie en handige tips en achtergronden voor een bewuste en ontspannen wandeling.